<< vorige artikel • alle artikelen • volgende artikel >>
Week 12B – Vogels kijken
Vogels zijn overal. Ze herkennen is natuurlijk het makkelijkst als je ze hoort en tegelijkertijd goed ziet. Die luxe heb je meestal niet. Wat helpt is een verrekijker, vogelboek en een voorraadje vogelgeluiden – bijvoorbeeld via een app op je telefoon of via de site van de Vogelbescherming.
Ook handig is als je weet in welk jaargetijde welke vogel te zien is. Zo heb je vogels die het hele jaar hier blijven, vogels die alleen in de lente en zomer in ons land zijn en vogels die in de winter het koudere noorden ontvluchten en dan naar Nederland trekken. Vanaf april tot begin juli is het kenmerkende geluid van een bepaalde trekvogel volop te horen: ‘koekoek‘. Ook andere trekvogels komen in de lente terug naar Nederland, omdat er weer voldoende voedsel is te vinden. Voorbeelden zijn de tjiftjaf, grutto, ooievaar en verschillende soorten zwaluwen. Typische wintergasten zijn onder andere de koperwiek, klapekster en de pestvogel. Verder zal je bepaalde vogels vaker in natte gebieden tegenkomen, andere juist in parken of tuinen. Kennis van de leefgebieden helpt ook om vogels te herkennen.
Op waarneming.nl kan je zien welke vogels wanneer gespot worden. Vogelaars vullen op deze site hun waarnemingen in. Dat kan je zelf ook doen. Nuttig voor een ander, maar ook voor jezelf om te kunnen onthouden waar en wanneer je welke vogelsoort hebt gezien.
——
Deze tekst is geschreven door een vrijwilliger van Gezond Natuur Wandelen.
——
Tags bij dit artikel: