<< vorige artikel • alle artikelen • volgende artikel >>
Week 50 – Meerkoet
Er is bijna geen park, kanaal of sloot in Nederland zonder meerkoeten, vooral in Zuid-Nederland. Zoet water met wat oevervegetatie is voor deze watervogels al voldoende om er voor te komen. Meerkoeten zijn familie van het waterhoen.
De meerkoet is te vinden op grote wateren, plassen en meren, maar ook in parken, grachten en sloten. Hij komt voor in Europa, Noord-Afrika, Azië en Australië. In Nederland is het een algemene broedvogel. Buiten de broedtijd komen er grote groepen doortrekkers en wintergasten in Nederland voor. In het noorden van Nederland wordt de meerkoet ook wel waterkip genoemd. Een meerkoet wordt gemiddeld tien jaar oud.
De veren van de meerkoet zijn geheel zwart, de snavel en het voorhoofdsschild zijn wit en de ogen rood. Veel mensen weten niet wat een meerkoet en wat een waterhoen is. Een ezelsbruggetje: in het woord meerkoet zit de naam koe en die is in Nederland meestal zwart-wit. Zo ook de meerkoet. Een waterhoen heeft namelijk een goed zichtbare, voornamelijk rode snavel. De rode ogen van de meerkoet vallen minder op.
De meerkoet heeft verder grote blauwgroene poten met gespreide zwemlobben. Beide geslachten hebben hetzelfde uiterlijk.
De meerkoet duikt veel, met name bij het zoeken naar waterplanten. Hij vliegt niet graag, maar verplaatst zich liever rennend over het water. Ook bij het opstijgen uit het water wordt eerst een stuk rennend afgelegd. Bij migratie, die meestal ’s nachts plaatsvindt, kan hij echter grote afstanden afleggen.
De meerkoet is een omnivoor, die zich hoofdzakelijk voedt met waterplanten, weekdiertjes en waterinsecten. Ook worden zaden, gras en bessen gegeten.
De meerkoet is monogaam. Tijdens het broedseizoen verdedigen deze zwarte vogels hun territorium fel tegen indringers. Het nest wordt aan de waterkant gebouwd van riet en waterplanten, maar ook van drijvend afval zoals stukken papier of plastic.
In een nest worden 5 tot 10 grijswitte tot zandkleurige eieren met bruinzwarte vlekjes en puntjes uitgebroed in een tijdsbestek van 21 tot 25 dagen. De jongen worden door beide ouders begeleid en kunnen na ongeveer 8 weken vliegen. Overleeft van een nest slechts een enkel jong of zelfs geen (omdat de jongen een gewilde prooi zijn voor reigers, meeuwen en snoeken), dan doen de ouders een volgende poging. Per broedseizoen doen de ouders 2 tot 3 pogingen een nest jongen groot te brengen.
De meerkoet maakt verschillende geluiden, te omschrijven als bijvoorbeeld keffend en niesend.
——
Deze tekst is geschreven door een vrijwilliger van Gezond Natuur Wandelen.
——
Tags bij dit artikel: