<< vorige artikel • alle artikelen • volgende artikel >>
Week 49 – Buizerd
Buteo buteo
Iedereen kent hem, de meest algemene roofvogel van ons land: de buizerd. Hij komt in allerlei verschijningsvormen, van bijna helemaal wit tot bijna helemaal zwart, maar toch is hij altijd wel herkenbaar als je even de tijd neemt.
Vaak zit ie op een paal. Langs de snelweg. Zeker in de winter kun je er dan tientallen tegenkomen op één enkel autoritje. Wat ze daar doen? Jagen! De Buizerd is een lompe, trage en beetje dikke vogel. Die moet het niet van zijn snelheid of flexibiliteit hebben. Hij eet dan ook vooral dieren die hem niet zien, zoals mollen, jonge weidevogels, wormen en grote kevers. En…. hij eet nog veel liever aas. Dode dieren dus. En die kun je goed vinden langs de snelwegen, waar veel verkeersslachtoffers te vinden zijn.
De buizerd is de enige grote roofvogel die graag op paaltjes zit. Altijd wel wat bruins in z’n verenkleed. Daarnaast mag ie graag zweefvliegen, cirkeltjes draaien op thermiekbellen om daarmee hoogte te winnen. Wat dan opvalt is zijnn formaat, de altijd donkere polsvlekken, brede, stompe vleugels en een brede staart die net zo lang is als de vleugels breed zijn. Hij kan dan tamelijk luidruchtig janken als een kat: “kieuw kieuw kieuw”, waarmee hij soortgenoten laat weten dat hij er ook is.
In de winter komen veel buizerds uit het hoge noorden bij ons overwinteren. In Scandinavië en Oost-Europa/Azië, waar ze vandaan komen, ligt dan sneeuw en is het erg koud geworden. Jagen wordt daardoor steeds moeilijker: de prooidieren zijn weggetrokken, onzichtbaar onder de sneeuw of in winterslaap. Daarom zakken ze af naar onze snelwegpaaltjes, waar we ze dan, in dubbele aantallen ten opzichte van de zomer, kunnen zien zitten.
——
Deze tekst is geschreven door een vrijwilliger van Gezond Natuur Wandelen.
——
Tags bij dit artikel: