<< vorige artikel • alle artikelen • volgende artikel >>
Week 40 – REGEN
Hoe ontstaat regen?
Iedereen kent wel de kringloop van het water:
Water verdampt door de warmte van de zon en stijgt op. Deze vochtdruppels vormen samen wolken, die door de wind worden meegevoerd. Door koudere lucht koelen ze af en vallen in de vorm van neerslag neer.
Als waterdruppeltjes met elkaar ´botsen´ kunnen ze uitgroeien tot grotere druppels. Pas als de druppels groot genoeg zijn, vallen ze uit de wolk en regent het. Voor één regendruppel zijn miljoenen kleine wolkendruppeltjes nodig.
In een buienwolk die tot grote hoogte in de atmosfeer reikt waar het vriest, bevinden zich naast druppels ook ijskristalletjes en onderkoelde waterdruppeltjes. Als de temperatuur van de wolk en de lucht onder de wolk boven 0 is, bestaat de wolk geheel uit water; is de temperatuur 0 (het vriespunt) of lager, dan bevriest het water tot ijskristallen. De ijskristallen kunnen aaneen groeien en zo ontstaan grotere neerslagdeeltjes waardoor het harder regent of hagelt of sneeuwt.
Hoe nemen planten water op?
Planten nemen water en voedingsstoffen (mineralen) uit de grond op met hun wortels. Dit doen ze met behulp van zogenaamde wortelharen die dit opzuigen. Vervolgens worden het water en de voedingsstoffen vanaf de wortel via de hoofdnerf en de vaatbundels (te vergelijken met onze aderen) door de stengel van de plant vervoerd tot in de bladnerven.
Via de huidmondjes in de bladeren (zoals bij ons de poriën) wordt het overtollige water er weer uitgewerkt (uitgeademd/uitgezweet/verdampt).
——
Deze tekst is geschreven door een vrijwilliger van Gezond Natuur Wandelen.
——
Tags bij dit artikel: