<< vorige artikel • alle artikelen • volgende artikel >>
Week 36 – Heksenboter
Fuligo septica
Het lijkt er op of wandelaars gele vla hebben gemorst. Op sommige boomstammen liggen gele plakken. In Nederland worden ze heksenboter genoemd, bij de slijmzwammen ondergebracht. Heksenboter wordt ook runbloem genoemd omdat het verscheen op de looistofhoudenden boombast van eiken die voor de leerlooierij werden gebruikt. Heksenboter is een merkwaardige kostganger en al helemaal geen paddenstoel. DNA-onderzoek heeft uitgewezen dat slijmzwammen en paddenstoelen geen gemeenschappelijk voorouder hebben en dus ook niet aan elkaar verwant zijn. Sommigen biologen pleiten er dan ook voor om ze een aparte plaats te geven in de systematiek van de levende wezens. Heksenboter bestaat uit een protoplasma met daarin duizenden cellen. Heksenboter maakt sporen om zich voort te planten, zoals paddenstoelen dat ook doen. Deze sporen zijn niet groter dan 5 – 20 micron. Het kan zich verplaatsen, op zoek naar betere omstandigheden in de omgeving. Het leeft van bacteriën en schimmels die in dood hout, bladafval en composthopen voorkomen. Het organisme heeft geen hersens en/of zenuwen, het “weet” daarentegen wel dat de omstandigheden op een korte afstand beter kunnen zijn en handelt daarnaar. Hoe dat in elkaar zit is nog een raadsel. Proeven hebben inmiddels aangetoond dat heksenboter zijn weg weet te vinden in een labyrint waarin geschikt voedsel is verborgen. Onderzoekers hebben in een aantal gevallen hogere concentraties van zware metalen in exemplaren van heksenboter aangetroffen. Het voorkomen van metalen in deze organismen is ook een van de raadsels waar de wetenschap op het ogenblik nog geen antwoord op weet.
——
Deze tekst is geschreven door een vrijwilliger van Gezond Natuur Wandelen.
——
Tags bij dit artikel: