<< vorige artikel • alle artikelen • volgende artikel >>
Week 27 – Grote Kaardebol
Dipsacus follonum
De grote kaardebol, ook wel de wilde kaardebol of weverskaarde genoemd, is een tweejarige plant met een opvallende bloeiwijze. De plant komt het best tot zijn recht in een kalkrijke, humusrijke of vochtige grond en bloeit pas in het tweede jaar. De bloeitijd is van juli tot september, waarbij sierlijke lila bollen verschijnen op 1-2 meter lange stengels. De bloemen staan in kransen rondom de bol en komen vanuit het midden etagegewijs tot bloei. Alles aan deze plant is gestekeld, zowel de bladeren, de stelen als de bol. Bepaald geen plant dus om zonder handschoenen aan te pakken. Ook na de bloei is de plant nog lange tijd te bewonderen. Vooral in de winter, bedekt met een laagje rijp of sneeuw, is dit een feest om naar te kijken.
De bladeren zijn langwerpig en spits en staan twee aan twee tegenover elkaar. Doordat de bladeren zijn vergroeid met de stengel werkt dit als een soort opvangbakje voor regenwater. De kaardebol produceert veel nectar en is hierdoor erg in trek bij vele insecten (o.a. bijen, hommels, vlinders en zweefvliegen). Als de bloem is uitgebloeid zijn de zaden van de kaardebollen bijzonder gewild bij diverse zaadetende zangvogels, zoals de putter en de distelvink.
Gespeculeerd wordt over het feit of de kaardebol een vleesetende plant is of niet. Feit is dat de plant insecten lokt door het afscheiden van een sterk geurende, zoete stof in het water dat de bladeren hebben opgevangen. Insecten die van dit water drinken, worden verdoofd en verdrinken. Vervolgens breken bacteriën de kadavertjes af en verandert het water in vloeibare mest die door de kaardebol wordt opgenomen. Andere insecten, zoals muggenlarven, blijven wél in leven en gebruiken het water zelfs om zich in voort te planten.
Over de naamgeving: In de middeleeuwen werden de kaardebollen gebruikt voor het kaarden (kammen) van wol. Hiervoor werden een aantal kaardenbollen bevestigd in een kruisvormige houten houder, die gebruikt werd als werktuig. Later werden zelfs speciale machines ontwikkeld voor het ruwen van weefsels met behulp van de kaardebol. De zaadbollen werden hiervoor op stalenpennen geregen.
Dipsacus komt van het Griekse woord dipsao, wat zoveel betekent als ‘ik heb dorst’ en verwijst naar het water wat opgevangen wordt door de bladeren. Follonum komt van het Latijnse fullo dat wolkammer betekent.
De kaardebol is ook een geneeskrachtige plant. De plant heeft een bloedzuiverende werking, werkt eetlust opwekkend en is urine- en zweetafdrijvend. Zowel de wortel als het blad worden gebruikt voor ter bestrijding van pijn bij reuma en jicht en voor medicijnen tegen tuberculose.
De in het wild groeiende kaardebol is een wettelijk beschermde plant te zijn……. Dus voor iedereen die de kaardebol ook zo decoratief vindt: AFBLIJVEN!
——
Deze tekst is geschreven door een vrijwilliger van Gezond Natuur Wandelen.
——
Tags bij dit artikel: