<< vorige artikel • alle artikelen • volgende artikel >>
Week 18 – KOEKOEK
De koekoek is weer in het land. Ik weet dat, want ik hoor ´m – zoals ieder jaar in mei – bijna dagelijks in het groengebied ten zuidoosten van Haarlem, d.w.z. bij de Meerwijkplas en in het Poelbroekpark.
Deze vogel, die je haast nooit ziet maar wel hoort, dankt zijn naam aan de opvallende roep van het mannetje die klinkt als ´koekoek´, waarbij het begin op iets hogere toon is dan het eind. Het is een echte territoriumroep, enkel van het mannetje en vooral te horen van half april tot in juli.
Beluister hier het geluid van de Koekoek
Ook in veel andere talen werd de naam van de vogel gebaseerd op het koekoeksgeluid en ook de wetenschappelijke geslachtsnaam Cuculus is een onomatopee.
In de vlucht zingt de koekoek lager en ook het interval is dan kleiner omdat het door de vlieginspanning te vermoeiend is de hoge noot te treffen. Zodra de vogel gaat zitten, zingt hij eerst een tijdje vals en corrigeert dan geleidelijk de toonhoogte van de hogere noot.
De koekoek is een zogenaamde broedparasiet, dat wil zeggen dat het vrouwtje haar eieren in nesten van andere vogelsoorten legt en haar jongen door die andere soort laat verzorgen. De verzorgende vogel noem je de waardvogel.
De koekoek is ongeveer zo groot als een houtduif. In de vlucht lijkt de vogel op een sperwer (mocht je die herkennen). De koekoek zit vaak op leidingen en masten waarbij de vleugels iets neerhangen en de staart iets wordt geheven. Daardoor lijkt de vogel gedrongen en kortpotig.
De koekoek komt overal in Europa voor, behalve in IJsland. Zijn verspreidingsgebied strekt zich uit tot Japan, waarbij hij een voorkeur heeft voor overzichtelijke, gevarieerde en open landschappen met bij voorkeur wat hogere zitplaatsen. Door het verdwijnen van dergelijke landschappen neemt het aantal koekoeken af.
Ook in steden met veel parken is de koekoek te vinden, echter niet in dichtbebouwde centra. Hierbij is van groot belang dat de waardvogel in wiens nest de koekoek haar ei legt, er voorkomt. Komt de waardvogel in een gebied niet voor, dan zal de koekoek er alleen maar verschijnen op doortrek of om er voedsel te zoeken.
In nagenoeg alle landen van West- en Centraal-Europa wordt melding gemaakt van teruglopende aantallen. In Engeland is het aantal gedurende de laatste 30 jaar met maar liefst 60% teruggelopen! In Oost-Europa schijnt het aantal nog redelijk stabiel te zijn.
Een andere oorzaak voor de teruggang van de koekoek is de uitdunning van het bestand van zijn waardvogels. Dit is het gevolg van verstoring en vernietiging van hun leefgebied door landbouw. Ook het sterke afnemen van aantallen vlinders en kevers ten gevolge van gebruik van gifstoffen heeft een nadelig effect op het aantal koekoeken.
In augustus vertrekt de koekoek weer naar zijn overwinteringsgebied Afrika, ten zuiden van de evenaar, en vliegt dan – zoals de meeste trekvogels – voornamelijk ’s nachts en legt per etmaal zo’n 50 kilometer af. De route voert midden over de Middellandse Zee.
De koekoek is nagenoeg uitsluitend een insecteneter. Hij eet voornamelijk rupsen, waaronder behaarde die door andere vogels niet worden opgegeten. Verder veel kevers, ook de larven hiervan, krekels, sprinkhanen, oorwormen en libellen. Vrouwtjes eten regelmatig zangvogeleitjes. Kleinere reptielen, zoals slangen en hagedissen worden niet versmaad. De jonge dieren worden door hun waardvogel gevoerd met een uitgebreide variatie voer.
De koekoek wordt in het tweede levensjaar geslachtsrijp. Het broedparasitisme als voorplantingsstrategie kan worden gezien als een aanpassing aan het korte verblijf in het broedgebied. Voordeel is hierbij dat de noodzaak tot nestbouw vervalt.
De volwassen koekoeken arriveren vaak na hun favoriete waardvogel in het broedgebied, zodat die hun territorium al hebben bezet. Het vrouwtje legt begin juni zo’n 10 tot 25 eieren in verschillende nesten, echter steeds maar één ei per nest en meestal dat van een zangvogelsoort.
Koekoeksvrouwtjes hebben een voorkeur voor een bepaalde waardvogelsoort. Favoriete waardvogels zijn de kleine karekiet en heggenmus. Daarna volgen de graspieper, witte kwikstaart, rietzanger, bosrietzanger, gekraagde roodstaart, tuinfluiter en vele andere. Opmerkelijk is dat de roodborst en winterkoning in Nederland geen waardvogel zijn, terwijl dat in Duitsland wel het geval is.
Als het vrouwtje een geschikt nest heeft gevonden, wordt het ei binnen enkele seconden gelegd. Hierbij wordt ze geholpen door het feit dat ze de eileider uit de cloaca kan verlengen waardoor het ei bijvoorbeeld zelfs in de kleine opening van het nest van een winterkoning kan worden gelegd. Soms wordt de waardvogel hierbij afgeleid door het mannetje.
De kleur en afmeting van het koekoeksei is aangepast aan die van de betreffende waardvogel. Ook het begin van de legperiode wordt gesynchroniseerd met die van de waardvogel. Vaak neemt het vrouwtje na het leggen van het ei een ei van de waardvogel mee in de snavel. Soms worden meerdere eieren verwijderd voordat het eigen ei wordt gelegd.
Na een zeer korte broedtijd van ongeveer twaalf dagen komt de jonge koekoek uit het ei. De aanraking door de andere nestelingen zetten hem er instinctief toe aan deze uit het nest te werpen. Hierbij houdt hij zich met zijn klauwen vast aan de nestrand om niet met zijn slachtoffers over de rand te vallen.
Zodoende blijft de koekoek over als enige in het nest. Voor het verkrijgen van voldoende voedsel compenseert de jonge koekoek het ontbreken van de andere jonge vogels door snelle geluidssignalen te produceren, waardoor de pleegouder gestimuleerd wordt om voor meerdere jongen voedsel te brengen.
Na ongeveer 20 dagen vliegt de jonge koekoek uit en is vaak aanzienlijk groter dan zijn pleegouders. Het is niet ongebruikelijk dat men een jonge, pas uitgevlogen, koekoek bedelend op een paaltje ziet zitten. De veel kleinere waardouder landt vervolgens op de rug van het jonge dier om het te voeren.
Overigens zijn veel dieren die een vergelijkbare vorm van broedparasieten kennen naar de koekoek vernoemd, zoals koekoekshommels, koekoekswespen en de koekoekseend.
De koekoeksbloem heeft zijn naam waarschijnlijk te danken aan het feit dat deze bloeit als de koekoek weer te horen is.
——
Deze tekst is geschreven door een vrijwilliger van Gezond Natuur Wandelen.
——
Tags bij dit artikel: