<< vorige artikel • alle artikelen • volgende artikel >>
Week 16b – Iep
De iep (ook bekend als olm) is een in Nederland veel voorkomende. De bladeren zijn veer nervig en hebben een gezaagde of dubbel gezaagde bladrand. Ze lijken soms op de bladeren van de haagbeuk. Iepenbladeren hebben echter in tegenstelling tot die van de haagbeuk een ongelijke bladvoet. De bloemen bloeien eerder dan dat de bladeren verschijnen. Het bloemdek is klein, groen en aan de slippen zijn ze onderling vergroeid. Daar boven staan de meeldraden met paarse helmhokken en de stamper. De zaden zijn afgeplat en hebben een brede gevleugelde rand.
De iep is gevoelig voor de iepziekte. Deze verwelkingsziekte wordt veroorzaakt door een schimmel. De iepziekte wordt overgebracht door de iepenspintkever, die de genoemde schimmel bij zich draagt. De schimmel groeit in de houtvaten van iepen, waartegen de boom zich verweert met thyllen, waardoor deze houtvaten verstopt raken.
Hierdoor verwelken de bladeren en sterft de boom. Van de begin 20e eeuw nog zeer uitgebreide iepenbestanden in Nederland is tussen 1919 en 2000 zeker negentig procent door de iepziekte verdwenen, waardoor het landschap een behoorlijke verandering heeft ondergaan.
Sinds de ontdekking in Nederland van het iepziekte-mechanisme wordt er in diverse landen in Europa en Noord-Amerika gewerkt aan selectie- en kruisingsprogramma’s om iepen te ontwikkelen die bestand zijn tegen de iepziekte. Tegenwoordig zijn er weer fors aantal hybride-iepen beschikbaar die goed kunnen worden toegepast.
Iepen groeien bij voorkeur op tamelijk voedselrijke, vochthoudende en kalkrijke grond.
In Nederland is tot de jaren ’80 vooral de Hollandse iep veel aangeplant in de kustprovincies. Hij is goed tegen de enigszins zilte zeewind bestand.
——
Deze tekst is geschreven door een vrijwilliger van Gezond Natuur Wandelen.
——
Tags bij dit artikel: