<< vorige artikel • alle artikelen • volgende artikel >>
Week 14 – Dagpauwoog
Aglais io
Weergaloos is de verfijning van kleuren en vormen op de vleugels van de dagpauwoog. Ze zijn getekend door talloze kleine schubbetjes, die als poeder op de vliezige vleugels liggen. Die waren ooit bedoeld om als zonnecollectoren te dienen; om de warmte-energie op te vangen waar de vlinder van zou kunnen leven. Veel later heeft de natuur er ogen op gepenseeld, waarmee het weerloze diertje aanvallers schrik aan kan jagen. De vlinder heeft maar een doel in haar leven, zich voortplanten. Ze fladdert rond om een partner te vinden, met hem te paren en vervolgens eieren te leggen. Dat doet ze onderaan het blad van de brandnetel.
De rupsjes die uit de eitjes kruipen zijn onooglijk en vraatzuchtig. Hun doel is zo gauw mogelijk groeien. Omdat hun huid niet meegroeit, vervellen ze enkele malen. Intussen nemen ze steeds grotere happen van de brandnetelplant, de enige voedselbron waarvan zij kunnen leven.
Tenslotte verpopt de rups zich. Hij hangt zich aan een spin draadje, stroopt zijn lelijke vel af en is pop geworden. Een onbeweeglijk ding, waarin zich iets onbegrijpelijks voltrekt. De rups lost op tot een vormeloze witte brei. Daaruit ontstaat een totaal ander dier, die na een paar weken uit de cocon barst. Zij is eerst nog opgevouwen, maar pompt dan de aderen in haar vleugels op. Even later fladdert ze door de lucht.
De dagpauwoog is er een uit de schoenlappersfamilie, waartoe ook de kleine vos, de atalanta en het landkaartje behoren. Allemaal zijn ze afhankelijk van de brandnetels. Als de dagpauwoog haar vleugels samenvouwt, is ze een onopvallend bruin prulding geworden, dat door vogels makkelijk over het hoofd wordt gezien.
——
Deze tekst is geschreven door een vrijwilliger van Gezond Natuur Wandelen.
——
Tags bij dit artikel: